|
|
Bijen
t
Honingbijen info |
|
De kolonie
Een volk honingbijen, een kolonie, dat is een soort commune. Ieder werkt in het belang van het volk, ieder offert zich op voor het volk, het volk beslist.
Hoezeer wij de bijtjes ook romantiseren, het is een meedogenloze wereld.
Het enige dat telt is het voortbestaan van het volk.
Werkstersdat zijn onvruchtbare vrouwtjes, zij leven tijdens het seizoen ongeveer zes weken en letterlijk tot ze erbij dood vallen.
De meeste werksters sterven buiten de kast, tijdens het ophalen van nectar en stuifmeel. Hoewel er dagelijks ruim 1500 bijen worden geboren en gemiddeld evenveel sterven,
vindt de imker zelden dode bijen in de kast.
Zonodig verdedigen de werksters het nest met hun angel, wat hen eveneens het leven kost.
De mannetjes,
de darren, moeten enkel de koningin bevruchten. Maar daarbij verliezen ze hun geslachtsorgaan, dat achterblijft in de koningin: de dar sterft
onmiddelijk na zijn "moment supreme".
Verder hebben de darren een luxeleven, ze worden gevoed door de werksters en vliegen wat rond.
Zij staan beschikbaar voor het geval dat... Het zijn gediplomeerde lamme goedzakken. Maar eind juli, begin augustus, als de aanvoer van stuifmeel en nectar daalt
en er geen behoefte meer is aan nieuwe koninginnen, dan komt de afrekening.
Zij zijn dan overbodige monden en worden niet meer gevoed. Eenmaal verzwakt worden de darren, die een stuk groter zijn dan de werksters, naar buiten gedreven waar hen de hongerdood wacht.
Bij poging om terug te keren wordt hun toegang geweigerd. Onverbiddelijk. Dit gebeuren noemen we "de darrenslacht".
De koningin legt vlotjes 1500 eieren per dag, in verhouding tot haar gewicht een enorme prestatie. Daarbij vergeleken is een batterij-legkip een kneusje.
Het hele voortbestaan van de kolonie, haar hele toekomst ligt dus geconcentreerd in dat ene individu, net zoals bij wespen en mieren.
Wanneer de koningin niet meer voldoet, volgens het volk, dan wordt zij simpelweg vervangen.
Uit enkele van haar eitjes worden nieuwe koninginnen opgekweekt
en voor de oude koningin is het einde carriere. Haar titel brengt geen privileges, het is werken of oprotten. De benaming "Koningin" lijkt bijna sarcastisch.
Wanneer een kolonie overbevolkt raakt , worden eveneens nieuwe koninginnen opgekweekt en zal de oude vertrekken met een zwerm. Tenzij de imker ingrijpt.
Bijen in mijn tuin
Buiten het zwermen verlaat de koningin haar bijenkast enkel tijdens haar bruidsvlucht. Op die reis copuleert ze wel vlotjes met 10 tot 15 darren.
Het sperma slaat ze op in haar spermatheek en zal haar hele vijfjarige bestaan dienst doen.
De werksters in een bijenkolonie zijn dus halfzusters met tot 15 verschillende vaders.
Ontstaan
De bijen zijn vermoedelijk ongeveer 100 miljoen jaar geleden ontstaan en rond 30 - 35 miljoen jaar geevolueerd naar de huidige sociale structuur
(de mens ontstond ocharme 200.000 jaar geleden).
Weinig diersoorten die het zo lang volhielden en alle klimaat(r)evoluties overleefden.
Dat kan enkel met een super efficient systeem. Het is "Een voor allen", nooit "Allen voor een".
Recent ondezoek van de KUL heeft aangetoond dat dit sociale gedrag deels steunt op "politieagenten". Werksters die uit de pas lopen en eitjes leggen zien hun eieren verorberd.
Vermits alle werksters (half)zusters zijn is broedverzorging een indirecte manier om de eigen genen verder te zetten.
Wist u dat
-Bijen beschermd zijn, al sinds de tijd van Napoleon, omwille van hun belang voor de landbouw.
-Bijen koudbloedig zijn en verstijven beneden 10 C. Om hun nest te verwarmen trillen zij met hun borstspieren, degene die normaal de vleugels bewegen.
De vleugels worden dus losgekoppeld van de spieren en enkel met die trillende spieren verwarmen ze hun nest tot 35 C. Ze gebruiken die techniek ook om vijanden te doden: gewoon inballen en "koken".
-Een mens heeft 0,18 g glucose per liter bloed, een honingbij ongeveer 3 tot 4 gr (dus ruim 20 keer meer) om de enorme energiebehoefte te kunnen dekken.
Terzijde: bijen hebben geen bloedsomloop zoals zoogdieren, het haemolymfe zit in een open systeem dat hun ganse lichaam vult en de aanvoer van voeding en afvoer van afvalstoffen verzorgd .
-Bijen werken gespecialiseerd Er is een duidelijke taakverdeling volgens leeftijd en daarnaast zullen sommigen nooit de kast verlaten, of zich toeleggen op een enkele bloemsoort, terwijl anderen - de durvers- verkenner worden en zoeken naar nieuwe nectarbronnen.
-De locatie van die nieuwe voedselbron wordt doorgegeven via "dansjes". Moet u eens proberen, ik kom kijken.
Er valt nog veel te ontdekken bij deze prachtige creaturen.
|
|
Zijn er nog andere bijen
Naast de overbekende honingbij zijn er wereldwijd meer dan 20.000 soorten waaronder de meesten solitair leven, net zoals de hommels.
In onze streken zijn er grofweg 300 tot 400 soorten solitaire bijen.
En ruim 80% daarvan heeft zijn nest onder de grond.
Bijenhotels
zijn nuttig voor een beperkt aantal soorten, zoals de metselbij en de behangersbij, de overgrote groep van solitaire bijen heeft echter geen enkel nut van bijenhotels.
Ondergronds leven bijvoorbeeld de koekoeksbij, de waardbij, de pluimvoetbij enz. De ondergronds levende soorten maken de massa uit van de wilde bijen.
Zij hebben wel nood aan zachte onbewerkte grond op een rustige plaats.
Dus een stuk met struiken en onaangeroerde naakte grond, deels met wat "rommel" van bladafval en dode takken.Of tuintegels met open voegen van los zand.
Een plek die niet wordt belaagd met grasmaaiers en insecticiden of andere troep. Gewoon de natuur zijn gang laten gaan, meer moet dat niet zijn om diversiteit te helpen.
Ook de solitaire bijen en de hommels helpen bij de bestuiving van planten. Zij vliegen dikwijls wanneer de honingbij (nog) niet actief is.
De honingbij verzet door zijn enorme aantallen wel een heel groot deel van het werk.
Hen kunnen we gericht inzetten, wilde soorten uiteraard niet.
Er is discussie over de voedsel-concurrentie tussen onze kolonies en de wilde bijen.
Of onze honingbijen door hun massale aanwezigheid het voedsel weghalen voor de neus van wilde bijen.
Onderzoek heeft aangetoond dat dit deels klopt in periode van schaarste. Daarom worden bijvoorbeeld in droge periodes, met weinig nectar, geen kasten met honingbijen toegelaten op de heide.
Een van de voornaamste bedreigingen voor vogels, vlinders, wilde bijen, honingbijen en andere insecten is een gebrek aan diversiteit, zij hebben nood aan drachtplanten in elk seizoen.
Een varieteit aan nectar en stuifmeel dragende flora van februari tot october. Strakke moderne tuinen met een Engels gazon, coniferen en getrimde hagen zijn voedselwoestijnen.
Wat de fauna echt helpt zijn bomen met veel nectar, stuifmeel en bessen. Een overzicht daarvan vindt u op Imkerpedia
|
|
Verschil tussen honingbij en wesp
Net zoals bijen hebben wespen een koningin en steriele werksters.
De honingbij bouwt een nest van was die ze zelf uitzweet, een wesp bouwt zijn nest met fijngemalen hout dat ze moet zoeken, aanslepen en fijnkauwen
Een honingbij voedt zichzelf en zijn larven met nectar en stuifmeel, een wesp is een alleseter, dus ook vlees..
Een honingbij bouwt een wintervoorraad op, een wesp niet.
Een bijenkolonie overleeft de winter in groep, de koningin met een kleine groep werksters. Bij de wesp sterft het nest uit en overleeft enkel de koningin.
Die dan in het voorjaar telkens herbegint van nul.
Solitaire bijen overleven op hun eentje en overwinteren dan als pop of larve.
Werksterbijen kunnen maar 1 keer steken. Hun angel heeft weerhaken en zij sterven na de steek. Een wesp heeft geen weerhaken en kan herhaald steken.
Bijen en wespen leggen hun eieren in hun nest en die worden daar door de gemeenschap verzorgt.
Sommige wespensoorten leggen hun eieren ergens nabij of binnenin een voedselbron. Dus in een larve of op een ander insect. Hun gastheer overleeft dat niet.
Deze eigenschap maakt sommige wespen interressant als biologische bestijder van plaagdieren.
Een honingbij is een vegetarier en leeft volgens het principe, "laat me gerust- laat me werken". Zolang je haar niet hindert zal ze u ook niet lastig vallen. Zij heeft enkel interesse in nectar, verder niets.
Een toevallig passerende bij waai je voorzichtig, traagjes, weg.
Een wesp is veel agressiever en omnivoor. Dat zijn dus de pestbeesten die uw barbecue vergallen, uw biertje drinken, de fruitvla bezoedelen en uw steak frequenteren.
Vooral in het najaar wanneer het voedselaanbod in de natuur daalt worden het echte plaagbeesten. Zij hebben immers, in tegenstelling tot de honingbij, geen voedselvoorraad.
Het uitzicht varieert tussen de verschillende bijen- en wespenrassen onderling, maar in grote lijnen is in onze streken het verschil dat de honingbij behaard is, de wesp niet.
De wesp is dominant geel en heeft een langer, smaller lichaam. Wespen hebben een opvallend smalle taille, een honingbij is geblokter.
Hieronder de honingbij familie, de werkster draagt stuifmeel aan de achterpoten.
|
|
|
Aaai ze steekt
Een bijensteek bevat 0,3 mg vocht.Het geinjecteerde vocht bestaat voor 1/3 uit gif en 2/3 uit andere sfoffen. Het zijn de laatste die allergie kunnen opwekken. Het gif zelf veroorzaakt geen allergie,
over het algemeen blijft de reactie op het gif bij een kleine zwelling en lokale pijn en jeuk. Bijengif kent ook medische toepassingen.
Het wordt gebruikt tegen reuma, artritis en multiple sclerose. De wetenschap zoekt verder naar nuttige toepassingen.
De angel is eigenlijk een omgebouwde legbuis, een dar kan bijgevolg niet steken. De koningin kan dit wel, maar die komt niet uit het nest en
steekt enkel andere koninginnen, wanneer deze nog in de dop zitten. Aan haar angel zitten geen weerhaken, de koningin kan dus meerdere rivalen uitschakelen.
Werksters hebben weerhaken aan de angel. Na de steek rukken zij zich los en daarbij scheuren angel en gifblaas uit hun lijf. Het beestje sterft onmiddelijk: immanente rechtvaardigheid ?
Ik besef dat de waarheid uw ego zal kwetsen, maar toch moet het gezegd, de waarheid heeft zijn rechten: Bijen hebben geen enkele interesse in uw persoontje. None what so ever.
Zij zoeken nectar en stuifmeel en uw aanwezigheid laat hen siberisch. Tenzij u hen stoort, dan is uw ego gered en komen ze langs :-)
Zij reageren op geuren, parfum , aftershave, enz.... Soms zijn ze gewoon op verkenning. Is er
eentje dat rond u cirkelt: ga niet staan zwaaien en kloppen in haar richting: dat voelt als een bedreiging.
Ga rustig naar de schaduw of wuif haar zachtjes weg.
Heeft zij toch een prikje toegediend,
verwijder de angel met een fijn pincet zo dicht mogelijk tegen uw huid, of duw ze met uw nagel uit de huid, in steekrichting.
Vermits de gifblaas nog aan de angel vastzit, mag u niet knijpen want dan duwt u het resterende gif naar binnen.
Wacht er ook niet te lang mee want de gifblaas blijft samentrekken om het resterende vocht bij u naar binnen te werken.
Terzijde: In Amerika leefden, tot de komst van de blanken, enkel angelloze bijen en dit was ideaal voor de inboorlingen. De invoer van Europese mellifera rassen maakte daar een einde aan.
Vandaag bestaan er wereldwijd nog ongeveer duizend soorten angelloze bijen. Maar die verdragen ons klimaat niet.
Bijen zwermen
Een van de spectaculairste fenomenen voor de buitenstaander is een bijenzwerm.
Het is de natuurlijke manier van een bijenvolk om nieuwe kolonies te maken.
Wanneer het volk besluit dat "het tijd is" dan maakt het een aantal nieuwe koninginnen en nog voor die eerste jonge koninginnen verschijnen vertrekt de oude samen met een deel van het volk.
(Mocht een machtswissel bij ons ook zo vreedzaam zijn). De koningin die eerst geboren wordt doodt (meestal) haar rivalen in hun dop en gaat enkele dagen later op bruidsvlucht.
Enkele tienduizenden bijen cirkelen dan eerst nabij de kast en vliegen vervolgens, vrij laag, in een grote brede zwerm, en luidruchtig zoemend naar een voorlopige locatie.
Meestal op hooguit een paar honderd meter afstand. Doorgaans ook relatief laag, soms zelfs in een struik.
Daar hangen ze urenlang in een tros terwijl enkele verkenners op zoek gaan naar een defintieve woonplaats.
Die zoekende zwerm dat is echt iets apart.
Meestal zal een imker die tros daar komen weghalen voordat de zwerm terug vertrekt. In ons drukbevolkt landje worden weinig mensen gelukkig van een zwerm in hun tuin.
"Het is machtig om zien, maar toch liever niet in mijn tuin."
De imker probeert dan ook het zwermen te voorkomen door allerlei beheersmaatregelen.
Wat niet weg neemt dat ook de meest ervaren imkers zich soms laten verrassen. Het blijven wonderlijke schepsels. ( de bijen, niet de imkers )
De overlevingkansen van een zich wild vestigende zwerm zijn in ons milieu niet groot. Een geschikte locatie vinden is allesbehalve evident.
Het nest moet volledig opgebouwd, wintervoorraad aangelegd, jonge bijen gekweekt...
Alles moet meezitten om de winter te kunnen overleven.
Bedreigingen
Daar kunnen hele boeken over geschreven. In het kort samengevat:
Pesticiden. Bij landbouwbedrijven en hun toeleveranciers lijkt het nog niet overal doorgedrongen dat natuurbehoud en diversiteit ook in hun belang is. Of laat men de korte termijn belangen te veel doorwegen (uit financiele noodzaak)?
Verschraling De verhoogde efficientie in grondgebruik en daarmee het verdwijnen van hagen, "wilde" stukjes grond, bermen enz leidt tot een steeds beperkter aanbod aan nectar.
Zowel in hoeveelheid en variatie als in spreiding over het jaar heen.
Het is niet enkel de landbouw, ook de individuele tuinbezitter is hier debet aan. In tuinaanleg wordt bij de plantenselectie doorgaans geen rekening gehouden het belang van insecten en vogels.
Sierwaarde en voedselwaarde zijn niet noodzakelijk rechtevenredig, sommige bloemen leveren nauwelijks voedsel.
Aanplanten van de juiste bomen en struiken helpt enorm, zie de imkerpedia link.
Varroa
De Aziatische hoornaar
Dit is een nieuwe bedreiging die uit het oosten bij ons belandde.
De Europese hoornaar is een grote wesp (ongeveer 3 cm) die soms rond de kasten vliegt en enkele bijen wegplukt. Hij jaagt op alle soorten insecten en is niet agressief.
Zijn impact is beperkt.
De Aziatische daarentegen is kleiner maar veel agressiever, blijft stationair voor de vliegopening hangen en kan een volk decimeren. Soms dringt die zelfs een kast binnen, dan is het over-en-uit.
Onze honingbij heeft nog geen verdediging tegen deze agressor, in tegenstelling tot de Azatische bijen. Foto hiernaast toont een Aziatische hoornaar, onderaan een Europese.
|
|
|
Evolutie en mijlpalen
De Egyptenaren hielden 6000 jaar geleden bijen in lange aardewerk buizen.
In de regio rond de Middelandse zee werkte men later met platliggende vazen, ingebouwd in een stapelmuurtje. De vaas werd verlengd met ringen en zodra die ring volgebouwd was met honingraten werd de ring geoogst.
Naar verluidt wordt deze methode in sommige Arabische streken nog beoefend.
Elders werden bijen gehouden in holle boomstammen of in rieten korven.
Om de honing te oogsten werd het volk verdreven of gedood met rook of zwaveldampen.
Daarna werden de raten uit de korf gesneden.
De vermeerdering van kolonies gebeurde op de natuurlijke manier via zwermen.
Om te oogsten werd meestal de zwaarste korf geselecteerd,
daarmee verdween uiteraard telkens ook het sterkste en produktiefste volk.
Zeer inefficiente en dieronvriendelijke methode.
Tot de ontdekking van Amerika en de invoer van rietsuiker was honing de enige zoetstof, naast fruit.
(hoewel vanaf 1100 suikerriet werd geplant en suiker geproduceerd rond de Middellandse zee, maar dit was peperduur)
Om de honing te kunnen consumeren werd die uit de raat geperst of hij werd samen met de raat genuttigd,
zoals onze raathoning. Met dit verschil echter dat in de raat ook stuifmeel en larven zaten.
Men wist toen niet hoe die te scheiden, hoe zuivere raathoning kan gemaakt.
Daarnaast was ook honing zeer duur en de doorsnee burger had geen geld (en tijd) om bijen te houden.
Ramen
In 1814 was het een Oekrains imker en gepensioneerd militair, Petro Prokopovych, die als eerste het principe van de ramen ontwikkelde.
Hij was de allereerste die erin slaagde honing te oogsten zonder de bijen te doden en de korf te vernielen.
Zijn principe werd verder getest en verbeterd, maar het duurde tot
1852 voor de huidige bijenkasten met loszittende ramen ontstonden. Dat zijn loszittende kaders in een houten kast,
gebaseerd op de ontdekking van de bijenruimte door de Amerikaanse dominee Lorenzo Langstroth.
Bijen vullen van nature kleine gaten en spleten met propolis
en grotere ruimtes worden opgevuld met waswafels/cellen. Maar een ruimte tussen 5 en 8 mm laten ze open.
Met die kennis ontwierp men kasten met uitneembare houten kaders, de bijen bouwen spontaan binnen het kader.
De bijenkast ontwikkeld door Langstroth wordt nog steeds gebruikt, naast talrijke varianten zoals Dadant en Simplex.
KoninginnenroosterDe voormelde Petro Prokopovych was ook de uitvinder van het principe van de koninginnerooster.
Net groot genoeg voor de werkbijen, maar te smal voor koningin en darren. Daarmee kan de honingzolder afgeschermd van het broed.
Slinger
In 1865 werd de honingslinger ontwikkeld door de Oostenrijkse gepensioneerde majoor Franz Hruschka. Dit bood de mogelijkheid honing te oogsten, zuiver zonder wasdeeltjes en zonder de raten te beschadigen.
Het persen werd de uitzondering. Persen wordt nu enkel nog gebruikt voor heidehoning omdat die zeer moeilijk slingert, wegens te dik.
Waswafel
Even later, in 1857 werd de waswafel ontwikkeld door een Duitse timmerman, Johannes Mehring (in samenwerking met pastoor Scholz)
Dit is een plaat van geperste of gegoten was waarin de celstructuur is voorgedrukt en die bevestigt wordt binnen een houten kader.
Hiermee kan het bouwgedrag van de bijen gestuurd, het aantal darren beperkt
en nog beter kasbeheer bereikt (darren hebben grotere cellen nodig).
Wintervoeding
Diezelfde timmerman ontdekte als eerste het belang van wintervoeding met suikerwater om het volk aan te sterken.
Zijn criticasters wezen op het gevaar van honingvervalsing met suikerwater. Ze krijgen vandaag helaas gelijk over de vervalsers, niet over het nut van wintervoeding, mits correct gebruikt.
Buckfast
In de periode vanaf 1913 stierven in England massaal bijenvolken tengevolge van een tracheenmijt (de Acarapsis woodii), beetje zoals nu met de Varroa Destructor mijt.
In de Buckfast abdij in Devonshire England bemerkte broeder-imker vader Adam, dat alle inlandse bijen stierven (de Apis Melifers Melifera) en
enkel de Italiaanse Ligustica en de Carnica bijen overleefden.
Deze info bracht de toen 15 jaar jonge broeder op het idee van kruisingen met diverse Mellifera rassen. Met overheidssteun reisde de Benedictijner jarenlang Europa af en kweekte
een sterke hybride: de Buckfast honingbij. Zij bestaat uit kruisingen van Italiaanse, Franse, Armeense, Griekse en de lokale zwarte bij (Apis Melifera Melifera).
Hij richtte een teeltstation op midden de verlaten Dartmoor heide. Dat station werkt nog steeds.
In 1917 creeerde Vader Adam de eerste zeer productieve Buckfast lijn die tegelijk resistent was tegen de tracheenmijt.
Iedere ondersoort brengt zijn beste eigenschappen in, de minder gewenste worden eruit geselecteerd.
Zoals bijvoorbeeld onze lokale (ook de Engelse) zwarte honingbij die beter bestand is tegen koude maar vrij agressief.
De Buckfastbij wordt nog steeds verder verbeterd via diverse stamlijnen en alle leveren topprestaties.
Selectie en vermeerdering gebeurt vandaag wereldwijd op bevruchtingseilanden en/of via kunstmatige inseminatie van de F0 koninginnen (=top van de stamboom/de moederdieren, hun afstammelingen in eerste graad heten F1, tweede graad F2... )
Vader Adam (Karl Kehrle) werd geboren in Duitsland in 1898 en trad op 11 jarige leeftijd in bij de Engelse Benedictijners.
Hij werd daar naarttoe gestuurd door zijn vrome moeder omwille van zijn slechte gezondheid. Uiteindelijk overleed hij in 1996 op 98 jarige leeftijd.
Hij ontving als onderscheidingen de Orde van het Britse Rijk (1973) en het Bundesverdienstkreuz (1974). Hij werd benoemd tot doctor honoris causa aan de Zweedse landbouwuniversiteit.
In 1992 kreeg hij een eredoctoraat aan de universiteit van Exeter.
Een terechte erkenning voor zijn werk.
Zolders
Ondertussen had men ook de werking en structuur van het bijenvolk ontrafelt. De functie van koningin, weksters en darren.
Met die kennis werden de kweekmethodes verbeterd en ontstond ook het concept van de honingzolder.
De bijen stockeren de honing in de bovenste kastdelen en het stuifmeel en broed zit onderaan, bij de koningin.
Zo komen we uiteindelijk zo efficient mogelijk tot zuivere honing op een diervriendelijke manier.
| |
|
| | ************ |
|